Het sociale leven in de buurt

Leven

Het sociale leven was vroeger veel intenser: men kwam meer buiten, men dronk samen een glas en er werd zelfs op straat gekaart. De kinderen kwamen veel bij elkaar over de vloer. Televisie was toen nog een luxe die maar voor enkelen was weggelegd.

Voor de Tweede Wereldoorlog was er eerst kabelradio vanuit Leuven (Radio Central). Toen begon Philips zijn radio’s te verkopen. Elk gezin kreeg 14 dagen een radio op proef en daarna kwam de verkoper terug. Wilde je de radio houden, dan moest je hem betalen. Roger A. kan zich nog herinneren dat hij met zijn familie door het open venster van een huis in de Karel Schurmansstraat heeft kunnen meeluisteren naar het verslag van de begrafenis van koning Albert I.

Een eigen radio hadden ze bij Roger A. pas in ‘37 of ’38. Tijdens de oorlog werd er stiekem geluisterd naar de BBC. Dit was verboden door de Duitsers. Duitse soldaten die gelegerd waren in zaal Het Bad, patrouilleerden continu rondom de Centrale Werkplaatsen. Het was in onze buurt dus wel degelijk een risico om naar de geallieerde radiozenders te luisteren.

In de Karel Schurmansstraat was er minder buurtleven: er woonden enkel boeren die nog tot laat in de avond werkten. In de Smidsestraat woonden vooral arbeiders, daar “zaten de socialisten”, zegt Roger A..

De tegenstelling tussen de katholieke en de socialistische zuil was ook in het dagelijkse leven bemerkbaar. Als de moeder van Roger A. op zondag naar de mis ging, werd ze in de Smidsestraat nageroepen met de scheldnaam “Kattenkop”. Zijn vader ging daarom steeds langs de Werkhuizenstraat naar de kerk. Hun buurman in de Karel Schurmansstraat was dan weer een “echte” socialist. Hij ging met opzet zijn hof omspitten als de processie voorbij kwam. Vreemd genoeg was hij ook de grafdelver van Vlierbeek en zo kwam hij beroepsmatig toch veel in contact met de kerk.

Veel uitgaansmogelijkheden waren er niet in Kessel-Lo. Net zoals nu was het vertier vooral te vinden in het centrum van Leuven. Het stationsplein, “Leuven statie” in de volksmond, was toen de uitgangsbuurt van Leuven. Het plein stond vol met frietkoten (foto). Aan de Diestsepoort, waar nu de KBC/SBB-gebouwen staan, stonden in de richting van de Brugberg (de spoorwegbrug over de Diestsesteenweg) een achttal cafés.

Later is de uitgangsbuurt naar de Vismarkt, en nog later naar de Oude Markt verhuisd.

Afgezien van de sirene die de shiftwissels (om 8.00, 11.30 en 17.00 uur) aankondigde, had de buurt weinig of geen last van de Centrale Werkplaatsen. Het lastigste was het stof, waardoor de was vuil en zwart werd.

Drie inwoners van de Opvoedingstraat hebben in de Centrale Werkplaatsen gewerkt tot aan de sluiting midden jaren ’90.

Sport

“Daring Leuven” was de voetbalclub van Kessel-Lo. “Daring Leuven” heeft nog in tweede nationale gespeeld. Max speelde als 16-jarige in de eerste ploeg tegen onder andere Cercle Brugge, Aalst en La Louvière (foto rechts). Oorspronkelijk lagen hun terreinen op de hoek van de Koning Albertlaan en de Albert Dejonghestraat (nu het hockeyveld). De club heeft daarna van de gemeente een stadion ter beschikking gekregen: het huidige atletiekstadion Gaston Roelandts. Volgens insiders betekende dit nieuwe stadion de dood van de club. De supporters van “Daring” kwamen van rond de Tiensepoort, maar ze zouden hun club niet zijn gevolgd naar Blauwput.

Actieve sportliefhebbers konden bij een van de twee turnkringen terecht, “Blauwputoise” en “Blauwputsport”. Zij hielden ook stoeten en turndemonstraties. De gymclub “Excelsior” was gevestigd in de zaal “Het Bad”.

Op paasmaandag was er een motorcrosswedstrijd aan de “Kesselse Bergen”. Dit werd later de Paastrofee die op diverse locaties gehouden werd.

Tijdens de kermissen werden op de Diestsesteenweg ook vaak wielerwedstrijden voor amateurs georganiseerd (foto links).

Kermissen en feesten

Een van de grote evenementen van het jaar was Blauwputkermis, die telkens plaats had begin augustus, op de zondag voor halfoogst. Het was een kleine dorpskermis op het De Becker-Remyplein. In het veld waar nu het Valvekensveld is, stond ook een spiegeltent.

De zondagmorgen ging de processie uit. Ze volgde het traject Diestsesteenweg, Smidsestraat, Karel Schurmansstraat, Werkhuizenstraat, Kerkstraat, De Becker-Remyplein, Gemeentestraat en terug naar de Kerkstraat.

Naast Blauwputkermis was er ook de Pinkstermolen- of Pachterkeskermis, met een spiegeltent op de hoek van de Molenstraat en de Diestsesteenweg. Heffelkermis vond eind oktober plaats op het Gemeenteplein, dat in de onmiddellijke naoorlogse periode veel groter was dan nu. Zelfs het Prins Regentplein had zijn kermisje.

Omdat de plaatselijke kermissen toch vrij bescheiden waren, trok de jeugd ook naar de kermissen van de naburige dorpen - Linden, Lubbeek en Pellenberg, waar ter gelegenheid van de kermis danstenten werden opgesteld. Louisa ging er accordeon spelen in het orkest van haar man.

De Kesselse Feesten (foto) zijn pas in het begin van de jaren ’70 ontstaan op initiatief van de gemeente. Er kwam een rommelmarkt en een kunsttentoonstelling op de bovenste verdieping van het voormalige gemeentehuis. De laatste dag werd afgesloten met een vuurwerk.

Op één mei was er natuurlijk de stoet die vertrok vanuit “De Curve” naar het station, en vandaar verder trok naar Leuven centrum. Op de muur van de Centrale Werkplaatsen, ter hoogte van de Opvoedingstraat, heeft ooit een anonieme hand de woorden “één mei” geschilderd die lang aan deze socialistische feestdag herinnerden.

Ook voor privéfeesten en vieringen werd vaak een stoet gehouden, zoals bij trouwfeesten en huwelijksjubilea.

Kunst en cultuur

Filmliefhebbers spraken af in "de Rio" op het Gemeenteplein (rechts een filmadvertentie uit het jaar 1958 - Stadsarchief Leuven). Dit was een polyvalente zaal die onder meer als bioscoop fungeerde. In Leuven waren er meerdere bioscopen te vinden zoals de zalen "Eden", "Rex", "Forum"…

Voor een culturele noot in Kessel-Lo zorgden onder meer twee toneelverenigingen ("Excelsior" en "Don Bosco") en een gemengd zangkoor, "Blauwput". Kessel-Lo telde meerdere muzikale kringen, waaronder twee harmonieën ("het Volkshuis" en "de Volharding") en twee zangverenigingen ("Volksstem" en "Toekomst").

Daarnaast werd er ook af en toe een bal of een toneel in zaal "Het Bad" georganiseerd.

Cinema Rio (Gemeenteplein)

Zaal "Het Bad" (Martelarenlaan)

Politiek

Politieke gebeurtenissen hebben bij onze senioren niet veel noemenswaardige herinneringen achtergelaten. Uiteraard was de tweespalt katholieken-socialisten ook in het dagelijkse leven goed merkbaar: scholen, verenigingen…, alles was in zuilen georganiseerd.

Ook de gemeentefusie ging, op enkele administratieve verschuivingen na, vrij onopgemerkt voorbij. Voor de inwoners was en bleef het Kessel-Lo.

Openbaar vervoer

De meesten herinneren zich nog de tram Leuven-Diest, die langs de Diestsesteenweg reed. Lijn 1 ging van Blauwput tot de Wolvendreef in Linden (aan de kerk). Lijn 2 ging van de Leuvensestraat tot aan de parking van het provinciaal domein aan de Holsbeeksesteenweg. In de andere richting liep de lijn door de Brusselsestraat, Blauwe Hoek en Kapucijnenvoer tot Tabor (Heverlee).

De stoomtram richting Diest werd de zwarte tram genoemd. In het depot van Blauwput (nu de remise van de Lijn naast de begraafplaats van Kessel-Lo) stond steeds een tweede locomotief klaar om te helpen om de tram de Brugberg op te duwen. De Martensberg in Linden werd trouwens omzeild: ter hoogte van de PBE (Provinciale Brabantse Energiemaatschappij) in Linden ging het spoor van de steenweg af.

 Het liep dan verder het door de velden om ter hoogte van de vroegere melkerij Sint-Bernard (nu Happyland) terug op de steenweg te komen.

Later werd de stoomtram vervangen door dieselmachines.

De concentratie van spoorinfrastructuur in en rond Blauwput heeft ook het straatbeeld sterk bepaald, zoals blijkt uit deze foto (links) van de buurt van de Blauwputbrug vlak voor de Tweede Wereldoorlog.